Vrij werk
Kleuren- en zwart-wit foto´s met verschillende onderwerpen.
Powertoolrace
Foto´s van deelnemers aan de eerste Enschedese powertoolrace.
Powertoolrace is een wedstrijd met 230 volt elektrisch handgereedschap als aandrijving.
De wedstrijd is 1 tegen 1 over een houten baan van 20 meter lengte. Je wint wanneer je powertool als snelste over de finish gaat.
TKT
Twente heeft als innovatieve regio veel ondernemerstalent voortgebracht, in dit geval met een UT of Saxion achtergrond.
In dit boek van de Technologie Kring Twente is een 20-tal ondernemers geportretteerd in woord en beeld.
Elke foto verwijst naar de locatie of inspiratiebron waar ooit het idee voor de onderneming ontstond.
Op Pathmos
Op Pathmos is een ode aan de honderd jaar oude Enschedese wijk Pathmos en zijn bewoners.
Het boek bevat interviews met buurtbewoners. Ieder van hen vertelt een eigen verhaal over het leven op Pathmos.
De overeenkomst is de kracht waarmee de geïnterviewden, soms na veel moeilijkheden, hun eigen keuzes gemaakt hebben.
Workshop
Met deze exclusieve workshop leer je de belangrijkste praktische kanten van digitale fotografie.
Zonder moeilijke vaktermen en ingewikkelde theorie leer je vanuit de praktijk betere foto´s maken.
We beginnen zaterdagmorgen om 10.00 uur bij Bagels & Beans in Enschede met een korte kennismaking.
Je camera-instellingen worden uitgelegd en aangepast zodat je handmatig, in de M-stand, kunt fotograferen.
Daarmee leer je wat een diafragma, sluitertijd en ISO doet en hoe deze in de praktijk te gebruiken.
Nadat we de instellingen van de camera hebben besproken en aangepast gaan we op pad.
We lopen door de binnenstad van Enschede om verschillende onderwerpen te fotograferen zoals architectuur-, landschaps- en portretfotografie.
Allemaal bedoeld om je meer inzicht te geven hoe je camera te gebruiken bij verschillende onderwerpen en lichtomstandigheden.
Tegen 12.30 uur gaan we aan de lunch en bespreken we de ochtend om aansluitend weer verder te gaan met foto´s maken.
Aan het eind van de workshop, rond 15.30 uur, bespreken we de gemaakte foto´s en sluiten we de dag af.
Dit ga je onder andere leren tijdens de workshop:
• Belichten
• Compositie
• Diafragma, ISO en sluitertijd
Ter voorbereiding op de workshop lees je de basisprincipes van fotografie. Deze tekst staat onder het kopje ´Basis. De basisprincipes van fotografie.´
De onderwerpen die we tijdens de workshop bespreken, brengen we meteen in de praktijk. Daarmee wordt elk onderwerp een goed afgerond geheel.
Je kunt kiezen uit de volgende data:
Geen data voor 2023
Aantal deelnemers: 1 maximaal 2
Tarief: 160 euro p.p.
Tijdstip: 10.00 - 16.00 uur
Vertrekpunt: Bagels & Beans
Bij aanmelding je naam, datum, cameramerk en typeaanduiding vermelden.
Basis
De basisprincipes van fotografie.
Workshop
Tijdens de workshop bespreken we de basisprincipes die we in de praktijk toepassen.
Ter voorbereiding op de workshop lees je de basisprincipes van fotografie. Klik hiervoor op de knop ´Meer basis´.
Maak er geen studie van. De belangrijkste onderdelen bespreken we tijdens de workshop.
Standen
Elke digitale camera heeft knopjes en een menu om instellingen te veranderen.
De belangrijkste instellingen zijn met knoppen en draaiknoppen op de camera te bedienen.
• Auto
De camera bepaalt de sluitertijd, diafragma, ISO en het gebruik van de interne flitser.
De camera is zo geprogrammeerd dat een foto gemiddeld goed belicht wordt. De ingebouwde flitser kan automatisch ingeschakeld worden door de camera.
• P
In deze programmastand kun je de ISO-waarde aanpassen terwijl de camera automatisch de best passende sluitertijd en diafragma kiest.
In deze stand zal de camera de ingebouwde flitser niet automatisch inschakelen.
• S / Tv
Je kiest de sluitertijd en de camera bepaald het diafragma.
Wanneer er weinig licht is, selecteer je een langere sluitertijd.
Wanneer er veel licht is, of dat je een snel bewegend onderwerp wil fotograferen, dan selecteer je een korte sluitertijd.
Nikon camera´s gebruiken de letter S wat staat voor Shutter. Canon camera´s gebruiken de letters Tv wat staat voor Time value.
• A / Av
Je kiest het diafragma en de camera bepaald de sluitertijd. Je gebruikt deze instelling wanneer je een grote of kleine scherptediepte wil bereiken.
Nikon camera´s gebruiken de letter A wat staat voor Aperture (diafragma).
Canon camera´s gebruiken de letter Av wat staat voor Aperture value (diafragma waarde).
• M
In de Manueel stand krijg je de volledige controle over sluitertijd, diafragma en ISO. Je stelt zelf alles in.
Er zijn camera´s met meer instelmogelijkheden op het programmakeuzewiel.
De meesten zijn voorgeprogrammeerde instellingen van standen zoals hierboven omschreven.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die op de sensor of film valt.
Hoe lager het getal, hoe groter de opening van het diafragma en hoe meer licht er op de sensor komt.
Het is een verstelbare opening in de lens. Het is opgebouwd uit meerdere lamellen die kunnen verschuiven.
Hiermee kan de lensopening groter of kleiner worden gemaakt. Zo bepaal je hoeveel licht op de sensor van de camera komt.
Je gebruikt het diafragma ook wanneer je een grote of kleine scherptediepte wil.
Een grote opening, bijvoorbeeld f/2.8, geeft weinig scherptediepte. Een kleine opening, bijvoorbeeld f/22, geeft veel scherptediepte.
Het is gebruikelijk om een diafragmagetal op te schrijven als f, wat staat voor brandpuntsafstand, gevolgd door een / deelteken en een getal.
Bijvoorbeeld f/5.6. In de praktijk spreken we alleen het getal uit.
Voor meer informatie over dit onderwerp ga je naar wikipedia.org
Sluitertijd
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van de camera valt. Zo lang de sluiter van de camera open staat komt er licht op de sensor.
Sluitertijd wordt gemeten in fracties van seconden, zoals 1/1000 of 1/60. Hoe hoger het getal,
hoe korter de sluitertijd en hoe minder tijd er nodig is om een foto te maken.
Het is belangrijk om rekening te houden met de sluitertijd bij het fotograferen bij weinig licht,
omdat langere sluitertijden kunnen leiden tot onscherpe beelden door de beweging van de camera.
ISO
ISO bepaalt de gevoeligheid van de sensor. ISO (International Organization for Standardization) staat voor de lichtgevoeligheid van de beeldsensor.
Bij veel aanwezig licht kun je met een lage ISO-waarde, bijvoorbeeld 100 ISO, een gedetailleerde / scherpe foto maken.
Wanneer er weinig licht is, heb je een hoge ISO-waarde, bijvoorbeeld 1600 ISO, nodig om een foto te kunnen maken.
Het is belangrijk om de ISO-waarde te kiezen die geschikt is voor de omstandigheden waarin je fotografeert, om een goede belichting en beeldkwaliteit te behouden.
Het verhogen van de ISO-waarde gaat doorgaans ten koste van de beeldkwaliteit doordat je steeds meer ruis gaat zien.
Fotografeer daarom bij voorkeur met een zo laag mogelijke ISO-waarde.
De ISO reeks op een camera kan variëren van 50 tot 25.600 ISO.
Controleer altijd de ISO-waarde voordat je begint met fotograferen.
Diafragma, sluitertijd en ISO
Sluiterknop
Deze knop maakt de foto. Druk de sluiterknop half in voor de automatische scherpstelling.
Als je een autofocuspunt in de zoeker ziet oplichten dan heeft de camera scherpgesteld.
Maak, indien nodig, een kleine aanpassing in je compositie en druk de sluiterknop helemaal in. De foto is gemaakt.
Belichtingscompensatie
De belichtingscompensatieknop op de bovenkant en/of achterkant van de camera kan met een 1/3 stop ingesteld worden.
Om de gewenste belichtingscompensatie in te stellen hou je de knop ingedrukt en draai je aan het instelwiel.
Compenseer je richting de plus, dan wordt de foto lichter. Compenseer je richting de min, dan wordt de foto donkerder.
Camera vasthouden
Met een relatief lange sluitertijd, bijvoorbeeld 1/60 seconde of 1/30 seconde of langer, is het nog belangrijker dat je de camera goed vasthoudt.
Niet goed vasthouden van de camera kan leiden tot bewegingsonscherpte.
Een vuistregel is dat de grootte van de lens de maximale sluitertijd bepaald.
Fotografeer je met een 200 mm lens, dan kun je met een sluitertijd van een 1/200 seconde de camera stil houden.
Gebruik je een 50 mm lens dan kun je een maximale sluitertijd gebruiken van een 1/50 seconde.
Hou je linkerhand onder de spiegelreflexcamera. De body van de camera rust op je handpalm waarbij je duim en wijsvinger de lens van onderen licht vasthouden.
Met de duim en wijsvinger kun je dan eventueel zoomen of scherpstellen. De wijsvinger van je rechterhand zit op de sluiterknop.
Andere vingers houden het handgreepgedeelte van de camera vast. Je rechterduim zit dan doorgaans aan de achterkant van de camera.
Duw je armen en ellebogen licht tegen de voorkant van je lichaam. Om stabiel te staan plaatst je de ene voet een beetje voor de andere.
Scherpstellen
Standaard staat de camera ingesteld op het automatisch kiezen van een scherpstelpunt. Verander dit op de camera.
Zet het scherpstelpunt in het midden. Met deze instelling kun je exact op het onderwerp scherp stellen zonder last te hebben van onderwerpen die dichterbij staan.
Wanneer je een snel bewegend object wil fotograferen zet je de instelling op scherpstellen met meerdere scherpstelpunten.
• AF-A / AF-I
Dit is de automatische autofocus stand.
Bij deze instelling schakelt de camera continu tussen de AF-C en de AF-S stand, afhankelijk van de situatie.
AF-A betekent Autofocus-Automatic bij Nikon. AF-I betekent Autofocus-Intelligence bij Canon.
• AF-C / AI Servo AF
Dit is de continu autofocus stand. De beste autofocusstand om bewegende onderwerpen te fotograferen.
De camera blijft continu scherpstellen wanneer je de sluiterknop half ingedrukt houdt.
AF-C betekent Autofocus-Continuous bij Nikon. AI Servo AF betekent Artificial Intelligence Servo Automatic Focusing bij Canon.
• AF-S
Dit is de enkelvoudige autofocus stand. De meest gebruikte autofocusstand voor het maken van een architectuur-, landschaps- en portretfotografie.
Na het half indrukken van de sluiterknop wordt eenmalig scherpgesteld op het onderwerp. AF-S betekent Autofocus-Single.
• M
Om handmatig scherp te stellen zet je de knop op het objectief bij Nikon van A (Autofocus) op M (Manual) en bij Canon van AF (AutoFocus) op MF (Manual Focus).
Licht meten
Bij een spiegelreflexcamera gaat het licht door het objectief via de spiegel naar de lichtmeetsensor boven in de camera.
Bij systeemcamera´s gaat het licht door de lens, rechtstreeks naar de sensor en wordt daar gemeten.
De belichtingsmeter van de camera meet op verschillende punten het licht.
Elke camera bezit de mogelijkheid om op verschillende manieren het licht te meten.
De keuze van instellen is afhankelijk van de lichtsituatie en het onderwerp.
• Spot
Bij Canon en Nikon camera´s meet de spotmeting een klein gedeelte in het midden van het beeld. Dit gedeelte is ongeveer 3% van het totale beeld.
Bij tegenlicht kan de spotmeting handig zijn om tot een goede belichting te komen.
Bij veel donkere en/of lichte delen in het kader kun je het beste kiezen voor deze manier van licht meten.
• Deelmeting
Deelmeting is een manier van licht meten alleen bij Canon camera´s. Vergelijkbaar met spotmeting maar dan iets ruimer.
De meting is ongeveer 10% in het midden van het totale beeld.
• Centrumgericht meting
Ook wel centrumgewogen meting genoemd bij Canon camera´s.
Canon en Nikon camera´s meten het hele beeld waarbij de nadruk van de meting in het midden van het beeld ligt.
Deze instelling gebruik je wanneer het onderwerp in het midden staat bij een omgeving met veel contrast.
• Matrix
Ook wel meervlaksmeting genoemd bij Canon camera´s. Canon en Nikon camera´s meten vrijwel alles wat je ziet door de zoeker.
In de meeste gevallen zorgt deze instelling voor een goede belichting bij onderwerpen met weinig contrast.
• Lichtmeter
Een andere manier om het licht te meten is dat met behulp van een losse lichtmeter. Om nauwkeurig te meten moet je eigenlijk dicht bij het onderwerp staan.
Door de lichtmeter bij het onderwerp te houden meet de lichtmeter het directe licht dat ook op het onderwerp valt.
Dit geeft een zeer nauwkeurige meting. Een camera meet reflecterend licht en dit kan minder nauwkeurig zijn.
Voor het maken van foto´s met gebruik van studioflitsers kan een lichtmeter ook handig zijn omdat een camera het flitslicht niet kan meten.
Voorbeelden van lichtmeters kun je bekijken via google.com
Stop
Met een stop wordt een verdubbeling of halvering van de belichting bedoeld.
Je kunt de belichting aanpassen door de instellingen van het diafragma, sluitertijd of ISO te veranderen.
• Diafragma
f/1.4 - f/2.0 - f/2.8 - f/4 - f/5.6 - f/8 - f/11 - f/16 - f/22
Eén stop omhoog betekent een halvering van het licht.
Bijvoorbeeld van diafragma f/5.6 naar f/8 is -1 stop. De foto wordt donkerder.
Eén stop omlaag betekent een verdubbeling van het licht.
Bijvoorbeeld van diafragma f/8 naar f/5.6 is +1 stop. De foto wordt lichter.
• Sluitertijd
1 - 1/2 - 1/4 - 1/8 - 1/15 - 1/30 - 1/60 - 1/125 - 1/250 - 1/500 - 1/1000 - 1/2000
Eén stop omhoog betekent een halvering van het licht.
Bijvoorbeeld van 1/60 seconde naar 1/125 seconde is -1 stop. De foto wordt donkerder.
Eén stop omlaag betekent een verdubbeling van het licht.
Bijvoorbeeld van 1/125 seconde naar 1/60 seconde is +1 stop. De foto wordt lichter.
• ISO
100 ISO - 200 ISO - 400 ISO - 800 ISO - 1600 ISO - 3200 ISO - 6400 ISO - 12800 ISO
Eén stop omhoog betekent een verdubbeling van het licht.
Bijvoorbeeld van 200 ISO naar 400 ISO is +1 stop. De foto wordt lichter.
Eén stop omlaag betekent een halvering van het licht.
Bijvoorbeeld van 400 ISO naar 200 ISO is -1 stop. De foto wordt donkerder.
Scherptediepte
De scherptediepte is de grootte van een gebied waarin alles scherp wordt weergegeven.
Dit gebied valt voor ongeveer 1/3 voor het scherpstelpunt en voor 2/3 achter het scherpstelpunt.
Scherptediepte is afhankelijk van de afstand tot het onderwerp, het diafragma en de lens die je gebruikt.
Een groothoeklens geeft veel scherptediepte. Een telelens geeft weinig scherptediepte.
Voor weinig scherptediepte op de achtergrond gebruik je een grote diafragma-opening. Dit is een laag getal.
Voor meer scherptediepte op de achtergrond gebruik je een kleine diafragma-opening. Dit is een hoog getal.
Objectieven
De term brandpuntsafstand herken je aan het aantal millimeters die op het objectief gegraveerd staan.
Dit getal geeft de afstand aan waarbij de lichtbundels samenkomen op de camera sensor, de brandpuntsafstand.
Objectieven zijn er om het licht zo goed mogelijk op de sensor van de camera te laten komen.
Er zijn verschillende soorten lenzen, elk met verschillende eigenschappen.
• Prime lens
Een prime lens is een objectief met een vaste brandpuntsafstand. Zoomen is niet mogelijk.
Populaire prime lenzen zijn de 24, 35, 50 en de 85 mm.
Voorbeelden van een prime lens kun je bekijken via google.com
• Zoomlens
Een zoomlens is een objectief met een variabele brandpuntsafstand. Het objectief geeft twee waarden aan.
Een minimale en maximale waarde, ofwel je zoombereik. Populaire zoomlenzen zijn de 16-35, 24-70 of de 70-200 mm.
Voorbeelden van een zoomlens kun je bekijken via google.com
• Telelens
Alles boven de 70 mm wordt een telelens genoemd.
Met telelenzen kun je onderwerpen die verder weg zijn dichter bij halen.
Dit soort lenzen hebben een vaste brandpuntsafstand. Hiermee is het niet mogelijk om in- of uit te zoomen. Sportfotografen gebruiken vaak een 400 mm telelens.
Voorbeelden van een telelens kun je bekijken via google.com
• Groothoeklens
Deze lens kan meer van de omgeving tonen in één beeld. Dit heeft de lens te danken aan de korte brandpuntsafstanden die groothoeklenzen hebben.
Dit type lens is geschikt om te gebruiken bij architectuur- en landschapsfotografie. Populaire groothoeklenzen zijn de 16-35, 24 of de 24-70 mm.
Voorbeelden van een groothoeklens kun je bekijken via google.com
• Macro lens
Met een macro lens kun je onderwerpen van heel dichtbij fotograferen.
Bij een macro lens is de beeldverhouding 1 staat tot 1. Het onderwerp dat je fotografeert, is net zo groot als het onderwerp in werkelijkheid.
Populaire macro lenzen zijn die van 100 of 105 mm afhankelijk van het cameramerk.
Voorbeelden van een macro lens kun je bekijken via google.com
• Fisheye lens
Dit is een groothoeklens waarmee alles onder een hoek van 180 graden te zien is.
Voorbeelden van een fisheye lens kun je bekijken via google.com
• Tilt-shift lens
Bij een Tilt-shift lens valt het beeld met een andere hoek op de sensor waarmee je een perspectivische vertekening kunt corrigeren.
Daarnaast kan de lens goed gebruikt worden om meer of juist extreem minder scherptediepte te krijgen.
Architectuurfotografen gebruiken vaak een groothoek Tilt-shift lens.
Studiofotografen gebruiken vaak een 90 mm Canon of 85 mm Nikon Tilt-shift lens, voor meer scherptediepte bij productfotografie.
Voorbeelden van een Tilt-shift lens kun je bekijken via google.com
Brandpuntafstand
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn.
Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera. Hoe kleiner de brandpuntsafstand, hoe groter de beeldhoek.
Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe kleiner de beeldhoek.
Voor meer informatie over brandpuntafstand ga je naar google.com
Sensor
Een sensor, ook wel camerasensor of beeldsensor genoemd, bestaat uit een groot aantal fotodiodes die licht opvangen en omzetten in elektronische signalen.
Deze signalen worden vervolgens verwerkt door de cameraprocessor om een digitale afbeelding te creëren.
De grootte van de sensor, het aantal fotodiodes en de kwaliteit van de verwerking hebben allemaal invloed op de uiteindelijke beeldkwaliteit.
Er zijn verschillende soorten sensoren beschikbaar, maar de meest voorkomende zijn de CCD (charge-coupled device) en
CMOS (complementary metal-oxide-semiconductor) sensoren.
Full-frame camera´s worden zo genoemd omdat het formaat van de sensor net zo groot is als het negatiefformaat (24 x 36 mm) van een analoge camera.
Omdat een full-frame sensor relatief duur is, zijn er ook camera´s met een kleinere sensor. Bijvoorbeeld een camera met een APS-C sensor (15 x 22 mm).
• Cropfactor
De cropfactor heeft te maken met de grootte van de sensor van de camera. Het verschil ga je zien bij de brandpuntsafstand van lenzen.
Een 50 mm lens op een full-frame camera heeft een brandpuntsafstand van 50 mm.
Wanneer je dezelfde lens op een camera met een cropfactor zet, bijvoorbeeld een APS-C, krijgt de lens een grotere brandpuntsafstand.
Bij een APS-C camera met een 50 mm lens zal deze lens zich gedragen als een 75 mm (x1,5 Nikon cropfactor) of 80 mm (x1,6 Canon cropfactor) lens
waardoor het onderwerp een stuk dichterbij komt. Bij four-thirds sensoren is de crop factor x2.
• Ontstoffen
Je sensor ontstoffen kan met een statisch nylon penseeltje.
Beter is het gebruik van een speciaal hiervoor ontwikkeld kwastje. Hardnekkige vlekjes kun je laten schoonmaken door een specialist.
Voor meer informatie over sensor schoonmaken ga je naar google.com
Ruis
Ruis lijkt op de korrel van een analoog filmrolletje. Hoe hoger de ISO-waarde van een filmrol, hoe meer korrel en daardoor minder detaillering / scherpte in je foto.
Bij mooi weer gebruik je een filmrolletje met lage gevoeligheid, bijvoorbeeld 100 ISO. Deze filmrol heeft een fijne korrel.
Bij weinig licht gebruik je een filmrolletje met een hoge gevoeligheid, bijvoorbeeld een 800 ISO of 1600 ISO. Dit soort filmrolletjes hebben een grove korrel.
In een film met een hoge ISO-waarde zitten grote lichtgevoelige zilverkristallen. Na het ontwikkelen van het filmrolletje wordt deze korrel zichtbaar.
Zonder al te technisch te worden, bij digitale fotografie spreken we niet meer van korrel maar noemen we het ruis.
Voor meer informatie over dit onderwerp ga je naar google.com
In de praktijk kom je zichtbaar ruis niet zo snel tegen. Een beetje ruis is niet erg om te zien.
Wanneer er teveel ruis aanwezig is, kan daar met een paar simpele handelingen iets aan gedaan worden.
Check altijd of je ISO-waarde en je diafragmawaarde goed staat ingesteld voordat je fotografeert.
Fotografeer daar waar meer licht is of gebruik een statief.
Via Adobe Photoshop + Nik Dfine is het mogelijk om zichtbaar ruis te verminderen.
Voor meer informatie over Nik Dfine ga je naar dxo.com
Een andere plug-in is Topaz Denoise AI. Deze werkt ook goed om ruis te verminderen.
Voor meer informatie over Topaz Denoise AI ga je naar topazlabs.com
Histogram
Een histogram laat zien hoe de helderheid van kleur, de donkere delen en de lichte delen in een foto zich tot elkaar verhouden.
Elke pixel in de foto heeft een waarde tussen de 0 en 255. 0 is zwart, links op het histogram. 255 is wit, rechts op het histogram.
Een goed histogram heeft geen pieken helemaal links of helemaal rechts. Althans in theorie.
Hoe een histogram eruit ziet, is afhankelijk van het onderwerp dat je fotografeert.
Wanneer je een onderwerp fotografeert met veel donkere of juist lichte tonen, of het licht is zeer contrastrijk,
dan zal een histogram er anders uitzien dan hieronder weergegeven.
Aan de linkerkant van het histogram bevinden zich de donkere gedeelten van de foto en aan de rechterkant de lichte gedeelten van de foto.
Heb je pieken en alle informatie volgens het histogram tegen de linker- of rechterkant, dan betekent dit vaak dat je beeldinformatie kwijt bent.
Er bestaat geen histogram in je camera op basis van een gemaakt RAW bestand.
Een histogram op het scherm van je camera is gebaseerd op een JPG-thumbnail (gecomprimeerd JPG-bestand).
Het geeft een impressie weer en is gemiddeld nauwkeurig. Een RAW-bestand is veel ´rijker´ dan een JPG-thumbnail histogram kan weergeven.
Histogram
Knipperende hooglichten
Als de overbelichtingswaarschuwing is ingeschakeld kan een gedeelte in de foto op het scherm knipperen.
Dit is een waarschuwing dat de lichte delen van een foto overbelicht kunnen zijn en weinig tot geen details bevatten.
Wanneer je fotografeert en de gemaakte foto controleert op overbelichting dan zie je een JPG-thumbnail van het origineel.
In een RAW-bestand zit meer informatie / doortekening (bepaalde lichte of donkere delen in een foto hebben nog zichtbaar structuur)
dan een JPG-thumbnail op het scherm van de camera kan laten zien.
Geheugenkaart
De SD-kaart (Secure Digital) is de meest voorkomende geheugenkaart voor een camera.
Een geheugenkaart heeft een schrijfsnelheid en een leessnelheid. Op de kaart staat dit uitgedrukt in MB per seconde (MB/s).
De schrijfsnelheid is belangrijk als je fotografeert met grote bestanden, afhankelijk van de camera-resolutie (aantal megapixels)
en het bestandsformaat (JPG of RAW), en/of wanneer je veel foto´s achter elkaar maakt.
Wanneer de schrijfsnelheid van de kaart te laag is en de buffer van de camera vol zit,
dan kun je geen foto´s maken totdat de eerdere gemaakte foto´s zijn opgeslagen.
Hoeveel opslagcapaciteit je geheugenkaart nodig heeft, is afhankelijk van de camera-resolutie (aantal megapixels) en bestandsformaat (JPG of RAW).
Ga je op vakantie en heb je niet de mogelijkheid om foto´s op te slaan op een computer, laptop of een externe harde schijf,
dan is het handig om bijvoorbeeld een kaart (of meerdere) van 32GB of 64GB te kopen.
Nadat je de fotobestanden op de computer of laptop hebt gezet kun je de fotobestanden op je kaart verwijderen door de kaart
te formatteren via het menu van de camera.
JPG
Een JPG-bestand, of JPEG-bestand, is een bestandsformaat voor het opslaan van digitale foto´s op de geheugenkaart van je camera.
De afkorting JPG staat voor Joint Photographic Experts Group, de organisatie die het bestandsformaat heeft ontwikkeld.
Een JPG is het standaard bestandformaat wanneer je een foto maakt zonder de instellingen van je camera te veranderen.
JPG-bestanden gebruiken compressie om de bestandsgrootte te verkleinen, waardoor ze gemakkelijk kunnen worden gedeeld en over het internet
kunnen worden verzonden. Deze compressie is echter “lossy“, wat betekent dat sommige beeldinformatie verloren kan gaan tijdens het compressieproces.
Hierdoor heeft een JPG-bestand een kleinere bestandsgrootte dan het RAW-formaat.
RAW
Als je gaat voor de beste kwaliteit kies je voor het fotograferen in het RAW-formaat.
Met fotograferen in RAW kan achteraf de witbalans met een programma aangepast worden. Ook is er meer ruimte voor correcties in de schaduwen en hooglichten.
Een RAW-bestand moet je achteraf met een programma gedeeltelijk opscherpen. Een JPG wordt automatisch opgescherpt in de camera.
Wanneer je een RAW-bestand controleert op het scherm van de camera, zie je geen RAW-bestand maar een JPG-thumbnail van een RAW-bestand.
Dit is een zwaar gecomprimeerd JPG-bestand met minder kleur- en detailinformatie dan het RAW-bestand.
Een RAW-bestand is vele malen groter dan een JPG-bestand. Daardoor gaan minder RAW-bestanden op een SD kaart dan wanneer je fotografeert in het JPG-formaat.
RAW-bestanden moet je bewerken met een programma zoals Adobe Photoshop, Adobe Lightroom of een programma die je gratis kunt downloaden via
nikon.nl of
canon.nl of een programma
via je eigen camera merk.
Witbalans
De kleur van licht wordt uitgedrukt in Kelvin (K). Neutraal daglicht is ongeveer 6000K.
Met de witbalans zorg je ervoor dat de kleurweergave van een foto neutraal wordt weergegeven.
Controleer of de camera op de automatische witbalans staat. Deze instelling geeft bijna altijd een goede witbalans bij normale daglichtomstandigheden.
Wanneer je fotografeert in het RAW-formaat kun je achteraf de witbalans corrigeren.
Dynamisch bereik
Het menselijk oog heeft een groter dynamisch bereik dan een camera. Het verschil is ongeveer drie keer meer.
Met onze ogen zien we veel meer detaillering in de schaduwen en in de heldere gebieden dan een camera (sensor) kan registreren.
Hoe groter het dynamisch bereik van de camera (sensor), hoe meer detaillering in de schaduwen en in de hooglichten.
Compositie
Een goede compositie kan ervoor zorgen dat een foto mooi / goed wordt. Compositie is in feite een ordening van elementen en licht in het beeldvlak.
Een fotograaf kan personen of voorwerpen vooraf op een uitgezochte plek zetten.
Een fotograaf kan ook de camera net zo lang verplaatsen totdat de opbouw van het beeld voor zijn gevoel klopt.
Daarbij zijn techniek, locatie, licht, eventueel het verhaal en het moment, belangrijke elementen voor het maken van een goede compositie.
Je eigen creativiteit, waarneming, geleerde inzichten en je persoonlijke achtergrond spelen hierbij een rol.
• Centrale compositie
Door het centreren van het onderwerp krijgt de foto balans. Deze techniek werkt het beste bij een compositie met weinig elementen in beeld.
Voorbeelden van een centrale compositie kun je bekijken via google.com
• Regel van derden
De regel van derden geeft in veel gevallen een zeer prettig ogende beeldvulling.
Het maakt een foto interessanter door je onderwerp bij of op een snijpunt en/of lijn te plaatsen.
De regel van derden is een compositie regel die vooral op 2:3 of 3:4 verhoudingen is gericht.
De beeldverhouding bij full-frame camera´s en APS-C camera´s is 2:3 en bij four-thirds camera´s 3:4.
Voorbeelden van regel van derden kun je bekijken via google.com
• Gulden snede of gouden verhouding
De gulden snede of gouden verhouding kun je vertalen naar een spiraalvorm. Het komt ook voor in de architectuur, schilderkunst en de natuur.
Meer info over de gulden snede kun je vinden op wikipedia.org
Voorbeelden van de gulden snede of gouden verhouding kun je bekijken via google.com
• leidende lijnen
Leidende lijnen in je compositie is een manier om de aandacht van de kijker te sturen. De ogen volgen de lijnen.
Voorbeelden van leidende lijnen kun je bekijken via google.com
• Liggend formaat
Liggend formaat wordt het meest gebruikt bij het fotograferen van landschappen en architectuur.
Deze klassieke benadering van fotograferen is voor mijn gevoel beter dan in het staande formaat.
• Staand formaat
Staand formaat wordt vaak gebruikt bij het fotograferen van portretten. Daarmee is niet gezegd dat je hiervoor moet kiezen.
Wanneer bij het maken van een portret de omgeving ook belangrijk is, dan is het liggend formaat de betere keuze.
• Vierkant formaat
Vierkant formaat wordt voor alle onderwerpen gebruikt.
Dit formaat kent zijn oorsprong uit de tijd dat professionele fotografen met analoge 6x6 rolfilm camera´s fotografeerden.
Het beste voor een vierkant formaat is om het onderwerp in het midden te zetten. Het brengt rust in de foto, wat dan weer een prettige manier van kijken is.
Achteraf een uitsnede maken van een liggend of staand formaat naar een vierkant formaat kan prima.
• Onscherpe achtergrond
Onscherpte in de achtergrond zorgt ervoor dat aandacht vooral naar het onderwerp gaat.
Voorbeelden van een onscherpe achtergrond kun je bekijken via google.com
• Onscherpe voorgrond
Onscherpe personen of objecten op de voorgrond creëren een gevoel van diepte.
Voorbeelden van een onscherpe voorgrond kun je bekijken via google.com
• Positieve en negatieve ruimte
De positieve ruimte is het hoofdonderwerp. De negatieve ruimte is de ruimte rondom het hoofdonderwerp.
Deze negatieve ruimte benadrukt het hoofdonderwerp in de foto. De relatieve leegte en rust eromheen zorgen voor een sterke compositie.
Ongecompliceerde achtergronden die niet afleiden van het hoofdonderwerp kan een compositie sterker maken.
Voorbeelden van positieve en negatieve ruimte kun je bekijken via google.com
• Juxtapositie
Juxtapositie vindt plaats wanneer je twee contrasterende onderwerpen onder, naast, boven of achter elkaar plaatst.
Voorbeelden van juxtapositie kun je bekijken via google.com
• Kleur
Kleurenfotografie gaat over kleuren, de werkelijkheid en het alledaagse.
Een goed voorbeeld in het gebruik van kleurenfotografie en het alledaagse zijn de foto´s van William Eggleston.
Foto´s van William Eggleston kun je bekijken via google.com
• Zwart-wit
Zwart-wit fotografie gaat over grijstinten. Een zwart-wit foto heeft de neiging afstand te nemen van de werkelijkheid.
Door de afwezigheid van kleuren komen vormen in een foto sterker naar voren. Zwart-wit kan een foto ook een minimalistisch / rustig gevoel geven.
Mooie voorbeelden van minimalistische zwart-wit fotografie kun je bekijken via google.com
Voor het omzetten van kleuren naar zwart-wit gebruik ik Adobe RAW, Adobe Photoshop + Nik plugin filters.
• Alles is goed
Feitelijk kun je alles vergeten over compositie. Alles wat je doet, is goed.
Huiswerk
Maak een map aan op het bureaublad van je computer. Kopieer of sleep foto´s van het internet die je goed, mooi en belangrijk vindt naar deze map.
Probeer te verwoorden waarom je de foto´s goed, mooi of belangrijk vindt. Dit gaat helpen bij je ontwikkeling als fotograaf.
Inspiratie
600 fotografen met verschillende stijlen, onderwerpen en technieken. Ga voor het fotowerk van nationale en internationale fotografen naar
pinterest.com/renefokkink
Gimp
Gimp is een gratis fotobewerkingsprogramma waarmee je onder andere de helderheid, contrast en de kleuren van een foto kunt regelen.
Een foto croppen / bijsnijden en werken met lagen kan ook met Gimp.
RAW bestanden kun je openen via het gratis programma Darktable. Darktable werkt prima samen met Gimp.
Gimp kun je downloaden via gimp.org
Darktable kun je downloaden via darktable.org
De Engelstalige tutorial van Gimp kun je vinden op gimp.org/tutorials
en de Nederlandse tutorial via docs.gimp.org
Handleiding
In grote lijnen geeft elk display hetzelfde weer. Indeling, symbolen en benamingen verschillen per merk en/of type camera.
Begrijp je de symbolen en benamingen van je eigen camera niet, raadpleeg dan je camera handleiding.
Wanneer je camera handleiding zoek ik is, kun je deze downloaden via
handleidingkwijt.com
DPReview
Keuzehulp bij het kopen van een camera en veel informatie over camera´s, lenzen en fototechniek. Voor meer informatie ga je naar
dpreview.com
DXOMARK
Lijst met de beste camera sensors volgens DXOMARK. Voor meer informatie ga je naar
dxomark.com
Doka
Film ontwikkelen en printen in de donkere kamer.
Donkere kamer
De donkere kamer of kortweg doka, is en lichtdichte ruimte voor het ontwikkelen van films en het afdrukken van foto´s met behulp van fotochemicaliën.
Van 2000 tot 2007 gaf ik les als docent fotografie bij Concordia Kunst & Cultuur in Enschede.
Voor cursisten heb ik tijdens deze periode een handleiding gemaakt voor film ontwikkelen en printen in de donkere kamer.
Film ontwikkelen
Info over film ontwikkelen.
• Film ontwikkelen
Ontwikkelen bij aangepaste ISO-waarden.
Agfapan APX 25
Belicht als 16 ISO. Ontwikkelaar Rodinal. 1 + 25. Ontwikkeltijd is 6 min. bij 21°C.
Agfapan APX 25
Belicht als 12 ISO. Ontwikkelaar D76. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 7 min. bij 21°C.
Agfapan APX 100
Belicht als 64 ISO. Ontwikkelaar Atomal. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 11 min. bij 21°C.
Agfapan APX 100
Belicht als 80 ISO. Ontwikkelaar Refinal. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 9 min. bij 21°C.
Fuji Neopan 400
Belicht als 250 ISO. Ontwikkelaar T-max. 1 + 9. Ontwikkeltijd is 7 min. bij 21°C.
Ilford FP4 Plus 125
Belicht als 64 ISO. Ontwikkelaar D76. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 9 min. bij 21°C.
Ilford HP5 Plus 400
Belicht als 250 ISO. Ontwikkelaar D76. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 9 min. bij 21°C.
Ilford 100 Delta
Belicht als 50 ISO. Ontwikkelaar T-max. 1 + 4. Ontwikkeltijd is 5 min. bij 21°C.
Ilford 400 Delta
Belicht als 250 ISO. Ontwikkelaar D76. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 8 min. bij 21°C.
Kodak Tpan
Belicht als 25 ISO. Ontwikkelaar Rodinal. 1 + 100. Ontwikkeltijd is 6 min. bij 21°C.
Kodak T-max 100
Belicht als 64 ISO. Ontwikkelaar T-max. 1 + 4. Ontwikkeltijd is 6 min. bij 24°C.
Kodak T-max 100
Belicht als 64 ISO. Ontwikkelaar D76. 1 + 1. Ontwikkeltijd is 12 min. bij 21°C.
Kodak T-max 400
Belicht als 250 ISO. Ontwikkelaar T-max. 1 + 4. Ontwikkeltijd is 6 min. bij 24°C.
De effectieve gevoeligheid ligt vaak lager dan de gevoeligheid die door de fabrikant wordt aangegeven.
Dit komt omdat het objectief, belichting en ontwikkelchemicaliën invloed hebben op de gevoeligheid van een film.
Wanneer er weinig doortekening in de schaduwpartijen zit kun je de effectieve filmgevoeligheid verlagen van bijvoorbeeld 400 ISO naar 250 ISO.
Verdunning, tijd en temperatuur voor het ontwikkelen van een film staat op de verpakking van de ontwikkelaar.
Meer info over ontwikkeltijden van films kun je vinden via digitaltruth.com
Bewaar je films in de originele afgesloten verpakking in de koelkast. Bij oude / overjarige films neemt de gevoeligheid en contrast langzaam af.
Overbelichten, 1 tot 2 stops, en langer ontwikkelen, +/- 15%, kan helpen om de lagere gevoeligheid en contrast een beetje te compenseren.
Nieuw filmrolletje kopen? Voor nieuwe filmrolletjes ga je naar google.com
• Voorbereiding
Zorg dat de donkere kamer en de spullen die je gebruikt schoon en stofvrij zijn.
Oefen bij daglicht met een filmrolletje om te kijken hoe het proces van het opspoelen gaat. Hiervoor gebruik ik een Paterson spiraal voor mijn ontwikkeltank.
Voor mijn filmontwikkeling gebruik ik onder andere maatbekers in verschillende formaten, trechters, een thermometer,
kunststof roerstaven om de chemie met water te mengen, filmcatridge opener, Paterson ontwikkeltank, Paterson spoelslang,
filmafstrijktang en clips om de film op te hangen in de droogkast.
• Water
Breng kraanwater op een temperatuur die gelijk is aan de ontwikkeltemperatuur. Doorgaans is dit 20°C of 21°C.
Vul de tank met dit water en laat het voor 1 minuut in de tank. Vervolgens giet je het water uit de ontwikkeltank.
Dit helpt het ontwikkelproces van de film omdat de juiste temperatuur dan al is overgebracht op de film.
• Ontwikkelen
Spoel het rolletje op. Plaats de spoel in de ontwikkeltank en sluit deze af. Voeg vervolgens de filmontwikkelaar toe.
Het kiepen / omdraaien van de ontwikkeltank moet continu, 60 seconden lang op een rustige manier.
Daarna eens per 30 seconden. Halverwege het ontwikkelen tik je, niet te hard en niet te zacht, met de onderkant van de ontwikkeltank op tafel.
Hiermee zorg je ervoor dat eventuele luchtbelletjes op het filmrolletje eraf gaan.
De ontwikkeltijd is afhankelijk van de film en de ontwikkelaar.
Na het ontwikkelen van de film giet je de ontwikkelaar in een fles om de volgende film te ontwikkelen.
• Stopbad
Het stopbad zorgt voor het stoppen van de ontwikkeling van een film.
Het stopbad (verdunning 1 + 9) moet ongeveer 30 seconden lang. Het kiepen / omdraaien van de ontwikkeltank doe je ongeveer 4 keer.
De temperatuur van het stopbad zoveel mogelijk gelijk houden aan de ontwikkeltemperatuur.
• Fixeer
De fixeertijd van een film is ongeveer 3 tot 4 minuten. T-max en Neopan moeten 200% langer worden gefixeerd.
Probeer de temperatuur zoveel mogelijk gelijk te houden aan de ontwikkeltemperatuur van de film.
Het kiepen / omdraaien van de ontwikkeltank moet continu, 60 seconden lang op een rustige manier. Daarna eens per 30 seconden.
Na het fixeren van de film giet je de fixeer in een fles voor hergebruik.
• Spoelen
Het spoelen van een film moet minimaal 8 minuten bij een temperatuur van ongeveer 20°C.
Hiervoor gebruik ik de Paterson spoelslang. Water op temperatuur brengen en minimaal 5 keer vullen en legen kan ook.
Voeg op het laatst een paar druppels ´Wetting Agent´ aan het water toe. Dit voorkomt droogvlekken op de negatieven.
De ontwikkeltank met de ´Wetting Agent´ op een rustige manier 2 minuten lang kiepen / omdraaien.
Film met spoel uit de ontwikkeltank halen en onderdompelen in een bakje met ´Wetting Agent´ kan ook en is bovendien makkelijker.
Vervolgens strijk je de film af met een filmafstrijktang.
• Drogen
Drogen van de film kan bijvoorbeeld in een kast die je kunt afsluiten, een negatieven droogkast of in de douche, daar waar geen tot weinig stof is.
Droogtijd van je film in de douche is ongeveer 2 uur.
• Cliptest
Wanneer het onzeker is welke filmgevoeligheid of sluitertijd je hebt gebruikt maak je een cliptest.
Voor deze cliptest gebruik je het begin van een kleinbeeldfilm of het eind van een rolfilm. Na beoordeling verwerk je de film.
• Pushen en Pullen
Een film van 400 ISO belichten als 800 ISO. Dit is +1 stop. De ontwikkeltijd is langer. Dit is pushen.
Een film van 400 ISO belichten als 200 ISO. Dit is -1 stop. De ontwikkeltijd is korter. Dit is pullen.
• Negatieven controleren
Wanneer je negatieven droog zijn knip je ze op in stroken. Elke strook heeft 6 negatieven. Stop de negatieven in volledig transparante negatiefbladen.
Voor het uitzoeken van je negatieven maak je gebruik van een lichtbak en een loep om onder andere de scherpte te controleren.
Na het maken van een contactafdruk en printen bewaar je de negatiefbladen in een ringmap of in een lege doos fotopapier.
• Contactafdruk
Maak eerst een proefstrook zodat je de belichtingstijd weet.
Leg een vel fotopapier (24x30) onder de vergroter. Op dit fotopapier leg je het negatiefblad met daar bovenop een schone, dunne glasplaat van hetzelfde formaat.
Vervolgens ga je belichten en ontwikkelen. De firma Paterson verkoopt een contact printer waarmee je makkelijker contactafdrukken kunt maken.
Voor het maken van een contactsheet gebruik ik Ilford Multigrade papier op gradatie 2. De belichtingstijd ligt tussen de 8 en de 12 seconden
bij een lensopening van f/8. De afstand van de vergroter tot het fotopapier is ongeveer 50 cm.
Voor meer informatie over Paterson producten ga je naar
patersonphotographic.com
Printen in de doka
Info over foto´s printen in de donkere kamer.
• Voorbereiding
Zorg dat de donkere kamer en de spullen die je gebruikt schoon en stofvrij zijn.
Voor mijn printwerk gebruik ik ontwikkelbakken van verschillende afmetingen en kleuren.
De kunststof ontwikkelbak voor de papierontwikkelaar is wit. Voor het stopbad is de bak rood en voor het fixeren groen.
De kleur doet er niet toe. Gebruik telkens dezelfde kleur voor hetzelfde procedé. Dit voorkomt eventuele vlekjes op je print.
Schrijf met een stift op de voor- en achterkant van de bak, voor welk procedé je het gebruikt.
Maak naar elke doka-sessie de bakken goed schoon.
Afhankelijk van het printformaat pak ik een bak die het beste past. Niet te groot en niet te klein. Dit scheelt papierontwikkelaar.
Verder gebruik ik onder andere een vergroter en timer, maatbekers, meerdere thermometers, kunststof roerstaven om de fotochemicaliën met water te mengen,
papiertangen voor elke bak minimaal één, Paterson korrelzoeker, Meopta vergrotingsbord,
schaalverwarmer zodat de papierontwikkelaar op temperatuur blijft, klok om de ontwikkeltijd in de gaten te houden en een print washer.
• Vergroters
Een condensor vergroter heeft een set van meestal twee lenzen tussen de lichtbron en het negatief.
Deze lenzen concentreren of focussen het licht van een gloeilamp en richten de lichtstralen recht door het negatief naar de lens.
Dit licht is vergelijkbaar met dat van een puntlichtbron (zoals een spot of de zon) waardoor je hele scherpe prints kunt maken.
De korrelstructuur van het negatief en eventuele stof op het negatief, worden hierdoor ook duidelijk zichtbaar.
Bij teveel zichtbaar stof moet je de donkere kamer en vergroter stofvrij maken.
Wanneer er stofjes op je negatief zitten gebruik je een blaasbalgje om deze te verwijderen.
Het contrast van multigrade papier kun je instellen met behulp van verschillende filters in de filterla van de vergroter of onder de lens met een filterhouder.
In de jaren ´80, als student fotografie, had ik een Durst M670BW vergroter met condensor.
Deze vergroter had een Schneider 50 mm lens die bij een diafragma f/11 een zeer scherp beeld projecteerde.
Bij een diffusor vergroter is het licht ongebundeld. Dit zijn meestal vergroters met een kleurkop waarmee je ook prima zwart-wit prints kunt maken.
Voordeel van het gebruik van een diffusor vergroter is dat je achteraf minder hoeft te retoucheren.
Het contrast van multigrade papier kun je instellen met de kleuren yellow en/of magenta.
Bij koudlicht vergroters bestaat de lichtbron uit een fluorescentielamp die blauw licht geeft.
Info over koudlicht vergroters kun je vinden via beselerphoto.com
• Korrelzoeker
Voordat je gaat printen moet je eerst de vergroter scherpstellen. Dit doe je met een korrelzoeker waarbij je de vergroter scherpstelt op de korrel van het negatief.
Meer info over korrelzoekers kun je vinden via google.com
• Proefstroken
Proefstroken maken doe je volgens het principe 2 seconden + 2 seconden + 2 seconden + 2 seconden.
1. Snij stroken papier gradatie 2.
2. Zet de lens van de vergroter op diafragma f/8.
3. Dek je proefstrook voor een 1/4 gedeelte af en maak een belichting van 2 seconden.
4. Dek je proefstrook nu voor de 1/2 af en maak opnieuw een belichting van 2 seconden.
5. Dek je proefstrook nu voor 3/4 af en maak opnieuw een belichting van 2 seconden.
6. Niets afdekken en maak opnieuw een belichting van 2 seconden.
Het eerste gedeelte van de proefstrook is nu in totaal 8 seconden belicht en daarmee ook het meest donkere gedeelte van de proefstrook.
Zie je nauwelijks verschil tussen elke stap, dan neem je 4 stappen van elk 4 seconden of 8 seconden. Voor het maken van een proefstrook gebruik je papier gradatie 2.
Als de belichting goed is, maar de schaduwen te licht dan gebruik je papier gradatie 3. Vervolgens maak je een nieuwe proefstrook.
Proefstroken beoordelen doe je altijd bij daglicht. Maak gebruik van een zwart kartonnetje (20x25) om het licht uit de vergroter tegen te houden.
• Ontwikkelen
De ontwikkelaar moet 21°C zijn om optimaal te kunnen werken. Bij lagere temperaturen reageren de verschillende chemicaliën in de ontwikkelaar niet goed.
Maak gebruik van een schaalverwarmer zodat de ontwikkelaar op temperatuur blijft.
Ontwikkeltijd van fotopapier is ongeveer 60 seconden bij een rustige beweging van de ontwikkelbak.
De ontwikkelaar bepaalt ook een klein beetje de gradatie en de maximale zwarting. Er zijn papierontwikkelaars die heel iets een tint aan de foto geven.
Warmtoon ontwikkelaars zijn Adox Neutol WA of Amaloco AM 1001.
Neutraal- tot koudtoon ontwikkelaars zijn Adox Neutol NE, Tetenal Eukobrom, Ilford Ilfospeed of Kodak Dektol.
Bij fotopapier met een variabele gradatie, zoals Ilford Multigrade, gebruik je verschillende gradatiefilters.
Deze filters stop je in de filterla boven de condensor van een vergroter of onder de lens met een speciale filterhouder.
Wanneer je werkt met een kleurvergroter pas je de filterinstellingen, yellow en/of magenta, aan. Streef naar het werken met fotopapier gradatie 2.
Er zijn verschillende gradatie filters die je kunt gebruiken om minder of meer contrast in je foto te krijgen.
Je kunt gebruik maken van filternummers 00, 0, ½, 1, 1½, 2, 2½, 3, 3½, 4, 4½ en 5, waarbij filter 00 een zeer laag contrast geeft
en 5 een hoog contrast.
Info over filter gebruik kun je downloaden (.pdf) via ilford.com
Info over fotochemicaliën kun je vinden via google.com
Info over fotopapier van Ilford kun je vinden via google.com
• Doordrukken en tegenhouden
Doordrukken is de techniek waarbij je twee handen gebruikt. Je legt je handen over elkaar en maakt tussen beide handen een kleine, ronde opening.
Je handen houd je dicht bij de lens van de vergroter. Op deze manier kun je een gedeelte van het papier meer licht geven en de rest van het licht tegenhouden.
Makkelijker in gebruik zijn zwarte kartonnetjes met verschillende grootte, ronde openingen.
Het papier krijgt, daar waar je doordrukt, meer licht en dus meer doortekening.
Tegenhouden is de techniek waarbij je één of twee handen kunt gebruiken om het licht uit de vergroter tegen te houden.
Voor het fijne werk, bijvoorbeeld een gezicht lichter maken, gebruik je een afhoudertje / vlaggetje om het licht uit de
vergroter tegen te houden. Dit afhoudertje of vlaggetje bestaat uit een dun stukje ijzerdraad met aan het uiteinde een rond zwart kartonnetje.
Wanneer je veel moet tegenhouden en/of doordrukken is het verstandig om de belichtingstijd bij het printen te verlengen.
Dit doe je door het diafragma op de lens met -1 stop aan te passen. Dit betekent dat het diafragma op de lens gaat van, bijvoorbeeld van f/8 naar f/11.
Hiermee wordt de belichtingstijd bij het printen verdubbeld.
• Stopbad
Amaloco S10 heeft als voordeel dat het praktisch reukloos is en een goede indicator voor houdbaarheid bezit.
De temperatuur van het stopbad moet ongeveer 21°C zijn. Het fotopapier moet minimaal 60 seconden in het stopbad liggen.
• Fixeren
Omdat de fixeer het PE-papier niet bereikt, is de keuze voor een bepaalde soort fixeer niet echt van belang.
De temperatuur van het fixeer moet ongeveer 21°C zijn.
De Fixeertijd is minimaal 2 minuten bij een rustige beweging van de bak of minimaal 5 minuten bij geen beweging van de bak.
Barietpapier moet tussen de 5 - 10 minuten fixeren bij een rustige beweging van de bak.
• Spoelen
Temperatuur van het water moet ongeveer 21°C zijn.
Spoeltijd voor PE-papier is ongeveer 15 minuten in stromend water. Bij een temperatuur onder de 15°C moet het PE-papier langer spoelen.
Barietpapier moet minimaal 45 minuten spoelen bij een temperatuur van ongeveer 16°C.
• Drogen
Drogen kan aan de lucht met een wasknijper aan de drooglijn, met een haardroger of droogapparaat.
Een droogapparaat mag niet boven de 50°C staan ingesteld. Anders smelt het kunststof.
Warm en snel drogen met een droogapparaat geeft de foto meer glans.
Na het drogen ligt het kunststofpapier mooi vlak en heeft het een mooie, glanzende of zijdematte oppervlakte.
Bij langzame droging kan er iets aan scherpte verloren gaan. De zwarte tinten lijken dan heel iets uit te vloeien. Dit effect wordt blooming genoemd.
• Flashing
Contrastregeling is belangrijk voor het maken van zeer fijne zwart-wit prints.
Hiervoor maak je gebruik van wit licht om het papier voor of na te flashen om zo het contrast te finetunen.
Pre-flash is de techniek die je kunt gebruiken om meer doortekening in de helderste delen van de foto te krijgen.
Voor meer info ga naar rhdesigns.co.uk
• Printen op barietpapier
Barietpapier is langer houdbaar dan PE-papier. Barietpapier moet minimaal 45 minuten gespoeld worden bij een minimale temperatuur van 16°C.
Het drogen van barietpapier moet aan de lucht, met zuurvrij tape op een glasplaat geplakt en met de emulsielaag naar boven.
Door het drogen krimpen de vezels 0,5% tot 1,5%. Barietpapier kun je meer glans geven door gebruik te maken van een glanspers.
Het papier moet dan met de emulsielaag naar beneden, op een glansplaat of een gepolijste glasplaat, worden gedroogd bij een temperatuur van 90°C.
• Retoucheren
Voor het retoucheren van mijn foto´s gebruik ik Spotone inkt in verschillende tonen zoals warm, neutraal en koud.
Meestal gebruik ik de neutrale tint nummer 3 van Spotone.
Gebruik een stukje fotopapier (proefstrookje) waarop je een druppel Spotone aanbrengt. Deze laat je een beetje opdrogen.
Naast de inkt breng je met een pipet of een schoon penseeltje een druppel gedestilleerd water aan. Hiermee verdun je de sterkte / kleurverzadiging van de inkt.
Het is verstandiger om voorzichtig te stippen met een tint die iets te licht is dan te donker.
Voor het aanbrengen van kleine stipjes op de foto gebruik ik een fijn puntpenseel van kwaliteit in de maten 0 of 00.
Bij PE-papier trekt de inkt niet in het papier. Bij barietpapier wel.
Gebruik bij het retoucheren witte, katoenen handschoentjes om zo vlekken op je print te voorkomen.
Doka
Fotogram
Info over fotogrammen maken in de donkere kamer.
• Inleiding
In de donkere kamer leg je één of meerdere objecten op een vel onbelicht fotopapier.
Na het belichten en ontwikkelen van het fotopapier zullen de objecten deels als contouren worden weergegeven
met witte tonen en/of grijstonen tegen een donkere achtergrond.
Fotogrammen zijn bekend geworden door fotograaf / kunstenaar Man Ray samen met fotografe Lee Miller. Hij noemde zijn fotogrammen ´Rayographs´.
Het fotowerk van Man Ray kun je bekijken via google.com
Voorbeelden van fotogrammen kun je bekijken via google.com
• Voorbereiding
Zorg dat de donkere kamer en de spullen die je gebruikt schoon en stofvrij zijn.
Voor mijn printwerk gebruik ik kunststof ontwikkelbakken van verschillende afmetingen en kleuren.
De kunststof ontwikkelbak voor de papierontwikkelaar is wit. Voor het stopbad is de bak rood en voor het fixeren groen.
De kleur doet er niet toe. Gebruik telkens dezelfde kleur voor hetzelfde procedé. Dit voorkomt eventuele vlekjes op je print.
Schrijf met een stift op de voor- en achterkant van de bak, voor welk procedé je het gebruikt.
Maak naar elke doka-sessie de bakken goed schoon.
Afhankelijk van het printformaat pak ik een bak die het beste past. Niet te groot en niet te klein. Dit scheelt papierontwikkelaar.
Je kunt het licht uit de vergroter gebruiken, van een lamp of zaklantaarn.
Verder gebruik je maatbekers, thermometers, roerstaven om de fotochemicaliën met water te mengen, papiertangen voor elke bak één,
schaalverwarmer zodat de papierontwikkelaar op temperatuur blijft, klok om de ontwikkeltijd in de gaten te houden en een print washer.
• Aan de slag
1. Maak de baden met fotochemicaliën aan.
2. Leg een vel fotopapier onder de vergroter.
3. Leg op dit vel fotopapier één of meerdere objecten.
4. Belicht ongeveer 2 seconden, met het licht uit de vergroter.
5. Haal de objecten van het fotopapier.
6. Verwerk het fotopapier.
7. Beoordeel bij daglicht.
Blog
Over mijn fotografie, de workshop en aanverwante zaken.
Andere lens
December 2019. De meeste mensen die een workshop bij me volgen bezitten een kitlens. Dit is een lens die in combinatie met een camera wordt gekocht.
Meestal is dit een 18-55 mm, f/3.5-5.6 zoomobjectief. Prima voor algemeen gebruik. Dit soort lenzen geven echter weinig onscherpte in de achtergrond.
Voor meer onscherpte in de achtergrond, bijvoorbeeld voor het maken van portretten, adviseer ik een lens erbij te kopen.
Afhankelijk van het merk en type camera heb je tussen de € 110,00 en € 200,00 een nieuwe 50 mm f/1.8 lens voor je camera,
waarmee je fantastische portretfoto´s kunt maken.
Deze lenzen maken scherpe foto´s, zijn licht qua gewicht en geven een mooie en duidelijke onscherpte in de achtergrond.
Gestopt
December 2019. Na 30 jaar ben ik gestopt met commerciële fotografie. Hieronder een aantal foto´s gemaakt voor mijn Enschedese opdrachtgevers.
Gemeente Enschede
Gemeente Enschede
Grolsch, Enschede
Grolsch, Enschede
Grolsch, Enschede
Grolsch, Enschede
SLO, Enschede
Universiteit Twente, Enschede
Portfolio
December 2019. Of je nu een opleiding hebt gevolgd of dat je autodidact bent; een website is het beste visitekaartje.
Het laat zien wat je kunt en wat je graag wil fotograferen. Daarmee is nog niet gezegd dat je er ook geld mee kunt verdienen.
Je zult over een interessante website moeten beschikken om klanten binnen te halen.
In de praktijk zoeken de meeste opdrachtgevers een fotograaf die het beste past bij één bepaalde foto-opdracht.
Het is aan jou om uit te zoeken welke opdrachtgevers geïnteresseerd kunnen zijn om je in te zetten voor een fotoklus.
Wanneer de lijst met opdrachtgevers is samengesteld probeer je afspraken te maken met potentiële opdrachtgevers.
Als je wordt uitgenodigd vergeet dan niet je iPad, tablet of laptop mee te nemen met daarop je website. Dit praat makkelijker.
Daarnaast is contact met collega-zzp´ers zoals fotografen, ontwerpers etc. belangrijk.
Feedback op foto´s, antwoorden krijgen op technische vragen of zakelijke onzekerheden bespreken is belangrijk voor je ontwikkeling.
Misschien kunnen collega-zzp´ers je ook verder helpen bij het vinden van een betaalde foto-opdracht.
Je kunt ook overwegen om je aan te sluiten bij een businessclub. Een businessclub kan je ook ondersteunen bij het ontwikkelen van zakelijke activiteiten.
Vroeger
December 2019. Begin jaren ´90 gebruikte ik analoge Nikon kleinbeeldcamera´s voor mijn commerciële foto-opdrachten.
Daarnaast gebruikte ik een Pentax 6x7 camera met een extra body om Polaroids te kunnen maken.
Het maken van Polaroids gebruikte ik om flitslicht visueel te beoordelen.
Mijn flitsers waren van het merk Lumedyne en beschikten over een accusysteem. Dit betekende dat ik niet afhankelijk was van netstroom.
Dit creëerde veel vrijheid om op locatie, waar dan ook, portretten te maken.
Voor het meten van het aanwezige licht en flitslicht gebruikte ik een Minolta Autometer 5F belichtingsmeter.
Foto-opdrachten voor reclamebureaus en magazines werden vrijwel altijd in kleur en op dia geschoten. Het belichten van diafilm luistert zeer nauw.
Er is geen belichtingsspeelruimte. Niet goed belichte dia´s kunnen meteen naar de prullenbak.
Destijds moest je naar het fotovaklab voor het ontwikkelen van diarolletjes volgens het E-6 procedé.
Wanneer ik het te druk had met opdrachten, bracht ik ook mijn zwart-wit rolletjes voor ontwikkeling en printen naar het fotovaklab.
Absolute voorwaarde was dat je ging naar een fotovaklab die kwaliteit en betrouwbaarheid kon bieden.
Voor mijn toenmalige opdrachtgevers in Amsterdam was dit Kleurgamma aan de Mauritskade en in Enschede, Q-service aan de Hengelosestraat.
Begin 2000 kwam er geleidelijk aan een eind aan het fotograferen op film. De digitale camera in combinatie met Photoshop werd voor mij het nieuwe fotograferen.
Hierdoor kon ik sneller mijn foto-opdrachten verwerken en doorsturen naar mijn opdrachtgevers.
Tot aan het eind van mijn commerciële carrière heb ik gewerkt met Canon camera´s uit de 5D serie en Elinchrom studioflitsers.
Portret
Augustus 2018. Je doel is om de fysieke gelijkenis van een persoon vast te leggen. Over het algemeen ligt de focus van een portretfoto op het gezicht.
Een persoon ten voeten uit fotograferen en in een bepaalde context, valt ook onder portretfotografie.
Doorgaans hebben portretten de neiging om een uitdrukking, de persoonlijkheid en sfeer in een foto te laten zien.
Daarbij zijn de compositie, techniek, locatie, licht, eventueel het verhaal en het moment, belangrijke elementen voor het maken van een goed portret.
Je eigen creativiteit, waarneming, geleerde inzichten en je persoonlijke achtergrond spelen hierbij een rol.
• Lens
Een fijne lens om mee te werken met een full-frame camera is een 50 mm of 85 mm lens.
Bij een APS-C camera is dit een 35 mm of 50 mm lens. Bij veel fotografen met een full-frame camera is de 70-200 mm zoomlens erg populair.
Met deze zoomlens krijg je snel onscherpte in de achtergrond. Hoe meer tele, hoe kleiner de scherptediepte.
Controleer of er genoeg scherpte op de ogen valt wanneer je een diafragma gebruikt van f/2.8.
Wanneer je kiest voor deze grote diafragma opening is de scherptediepte namelijk minimaal.
Maak daarom altijd meerdere foto´s zodat je zeker weet dat er een scherpe foto bij zit.
• Licht
Wanneer je buiten gaat fotograferen kies dan voor een goed tijdstip. Bijvoorbeeld vroeg in de ochtend, laat in de middag of vlak voor zonsondergang.
Het licht is dan mooier om buiten te fotograferen. Midden op de dag, wanneer de zon schijnt,
krijg je betere resultaten wanneer hij / zij niet in het directe zonlicht staat. Dit omdat het zonlicht dan te fel is en hij / zij met de ogen gaat knijpen.
• Positie
Controleer via het display van de camera of het licht, achtergrond, houding / pose goed is voordat je daadwerkelijk begint met foto´s maken.
We kijken meestal als eerste naar iemands ogen. Daarom is het belangrijk dat de ogen scherp zijn.
Doorgaans ontstaat tijdens het fotograferen vanzelf een veranderingen in iemands lichaamshouding en gezichtsuitdrukking.
Een beetje sturen door aanwijzingen te geven kan geen kwaad.
Een personage hoeft niet te glimlachen om een portret succesvol te laten zijn. Soms is een doordachte blik meer representatief.
Maak altijd meerdere foto´s van dichtbij en met een beetje afstand. Het is prettig om achteraf een keuze te kunnen maken.
Iedereen heeft er belang bij dat het moment van fotograferen goed verloopt en een mooi / goed portret wordt gemaakt. Je maakt samen een foto.
• Locatie
Bij portretfotografie moet je niet alleen de persoon in de gaten houden maar ook de achtergrond.
Storende objecten in de achtergrond kunnen ongewenst te veel aandacht vragen.
Door met een diafragma te werken zoals f/2.8 of f/4 maak je de achtergrond minder belangrijk (onscherp) en gaat daardoor de meeste aandacht naar de persoon.
Met zorg een goede achtergrond kiezen of creëren maakt een portret sterker.
Het kan zijn dat de achtergrond / omgeving van wezenlijk belang is om te laten zien omdat dit meer inhoud geeft aan het verhaal wat je wil vertellen.
In dat geval gebruik je een diafragma f/8 of f/11 of hoger en/of een groothoeklens. Hoe meer groothoek, hoe groter de scherptediepte.
Een portret maken met een groothoeklens kan ook goed werken wanneer er een relatie is met een object in de handen van de geportretteerde.
• Opdracht
Bij portretfotografie in opdracht krijg je info van de redactie van een tijdschrift of dergelijke.
Je krijgt onder andere gegevens voor het maken van een afspraak. Ook krijg je een deadline te horen wanneer de redactie de foto´s moet hebben.
De locatie van fotograferen gaat in overleg met de redactie, jij als fotograaf en de persoon die gefotografeerd moet worden.
Nadat je de foto´s hebt aangeleverd stuur je de redactie een factuur. Dit is in grote lijnen hoe het proces in de praktijk werkt.
Display
Januari 2017. Het overgrote merendeel van de cursisten die bij mij een workshop volgen, fotograferen met een Nikon D3300 of een Nikon D5600.
Dit is een overzicht van de verschillende symbolen.
Nikon D5600 Display
1 Stand Manueel |
2 Sluitertijd |
3 Diafragma |
4 Belichtingsaanduiding |
5 Scherpstelpunten |
6 Ontspanstand Enkel beeld (s) |
7 ISO |
8 Aantal resterende opnamen |
9 RAW + JPG Fijn |
10 Beeldformaat Large |
11 Bracketing |
12 High Dynamic Range |
13 Actieve D-Lighting |
14 Auto witbalans |
15 ISO |
16 Picture control |
17 Autofocus Automatisch |
18 Automatisch veld-AF |
19 Lichtmeting methode |
20 Flitsstand |
21 Flitscorrectie |
22 Belichtingscorrectie |
23 Help |
24 Info |
25 Toewijzing Functie |
26 Vignetteringscorrectie |
27 Vibratiereductie |
28 Accu
In grote lijnen geeft elk display hetzelfde weer. Indeling, symbolen en benamingen verschillen per merk en/of type camera.
Begrijp je de symbolen en benamingen van je eigen camera niet, raadpleeg dan je camera handleiding.
Wanneer je camera handleiding zoek ik is, kun je deze downloaden via
handleidingkwijt.com
Photoshop
Februari 2016. Wil je kwalitatief goede foto´s dan fotografeer je in het RAW-formaat.
Dat betekent dat de camera geen bewerkingen toepast zoals bijvoorbeeld het opscherpen van de foto.
Mijn RAW-bestanden bewerk ik in Adobe Photoshop en daarmee ben ik in staat om onder andere, zeer nauwkeurig een gedeelte van mijn foto lichter of donker te maken,
een storend element in mijn foto te retoucheren, kleuren aan te passen en achteraf de foto gedeeltelijk op te scherpen.
Voor meer info over Adobe Photoshop ga naar
www.adobe.com/user-guide en
www.adobe.com/tutorials
De NIDF-norm bevat richtlijnen voor Adobe Photoshop instellingen. Informatie over dit onderwerp kun je vinden op de website van
focusmagazine.nl
NIK Collection zijn plug-in filters voor Photoshop en veel gebruikt door professionele fotografen.
Voor meer informatie ga je naar nikcollection.dxo.com
Je beeldscherm moet de kleuren, helderheid en contrast goed weergeven. Er zijn veel monitor merken die dit kunnen.
Zo waren Barco en LaCie CRT monitoren in de jaren ´90 en begin 2000 de norm. Sinds 2003 gebruik ik een beeldscherm van het merk Eizo.
Voor het kalibreren van mijn beeldscherm gebruik ik X-Rite. Informatie over monitor kalibratie kun je vinden op
eizo.nl en
focusmagazine.nl
Macro filter
Juni 2015. Voor een opdrachtgever moet ik kleine technische objecten fotograferen maar ik heb geen macrolens.
Aangezien ik geen intentie heb om er één te kopen probeer ik eerst een macro filter.
Inmiddels heb ik een testfoto gemaakt met een Marumi +3 Achromat macro filter 58mm voor mijn 50mm lens. Het resultaat is verrassend.
Geen vertekening in de hoeken en een goede scherpte.
Bij het maken van de foto heb ik mijn 50mm lens van de AF stand gehaald en schuif ik de camera op statief net zolang naar voren en/of het object naar me toe,
tot ik een scherp beeld krijg.
De minimale scherpstelafstand voor mijn 50mm lens is 45 centimeter. Met de macro filter +3 is dit 13,4 centimeter geworden. Het eindresultaat is perfect.
Voor meer info over macro filters ga je naar google.com
Grijsverloopfilter
Mei 2014. Ideaal voor landschapsfotografie is een grijsverloopfilter. Deze filter zorgt ervoor dat de luchten niet overbelicht worden.
Fotografeer je met de zon in de rug, dan heb je niet zo snel een grijsverloopfilter nodig. Bij alle andere lichtsituaties wel.
Dit filter is een rechthoekig glazen plaatje die aan de bovenzijde doorlatend grijs is en halverwege transparant wordt.
Een grijsverloopfilter zit in een houder voor de lens en kan gedraaid en verschoven worden.
Met een grijsverloopfilter krijg je minder last van bewegende wolken en bomen die je wel zou kunnen krijgen wanneer je een HDR-foto maakt.
Voor meer info over grijsverloopfilters ga je naar google.com
ND filter
Mei 2014. Een ND filter is een grijsfilter dat licht tegenhoudt. ND staat voor Neutral Density.
Er zijn ND filters in verschillende sterktes. Ze kunnen 1 tot 10 stops licht tegenhouden.
Voor een goed eindresultaat bij het gebruik van een ND filter stel je de ISO-waarde zo laag mogelijk in.
Maak gebruik van een elektronische draadontspanner en zet de camera op een stevig statief.
Een diafragma van f/11 of f/16 en sluitertijden van 200 seconden of langer, komen regelmatig voor wanneer je een ND filter gebruikt van +10 stops.
Voor meer info over ND filters ga je naar google.com
Gegevens onderstaande foto: tijdstip 05.10 uur, belichtingstijd 240 seconden, diafragma f/11, 100 ISO en een ND Filter +10 stops.
Husby, Denemarken
HDR-foto
Mei 2014. Voor het maken van een HDR-foto (High Dynamic Range) gebruik je een statief om de compositie gelijk te houden.
De bracketing functie van de camera maakt meerdere foto´s achter elkaar.
Elke foto in de reeks krijgt één of twee stops verschil qua belichting.
Canon noemt bracketing AEB (Automatic Exposure Bracketing) en bij Nikon noemen ze het BKT (Bracketing).
Achteraf worden de verschillende belichte foto´s tot één foto gemaakt, een HDR-foto.
Het eindresultaat is een foto met groot dynamisch bereik waarin er geen delen zijn onder- of overbelicht.
Voor het samenvoegen van een serie foto´s maak je gebruik van een programma zoals Adobe Photoshop, Adobe Lightroom,
een programma die je gratis kunt downloaden via nikon.nl of
canon.nl of een programma
via je eigen cameramerk.
Voorbeelden van een HDR-foto kun je bekijken via google.com
Belichten op rechts
Maart 2014. Belichten op rechts of ´Expose to the right´ (ETTR).
Wanneer je in RAW fotografeert en zeker niet in Jpg, kan dit een goede methode zijn om de beeldkwaliteit van een foto te verbeteren.
Het geheel is afhankelijk van het onderwerp dat je gaat fotograferen.
Wanneer het onderwerp vrij donker is kan deze techniek je helpen om een beter eindresultaat te krijgen.
Maak de donkere delen in je foto zo licht mogelijk wanneer je de foto maakt.
Je overbelicht de foto zodanig dat de hoge lichten niet verdwijnen. Aan de rechterzijde van het histogram mogen de pieken niet buiten het histogram komen.
In de nabewerking, als je de foto donkerder maakt, krijg je zo meer informatie in de tonen en minder ruis in de donkere delen.
Meer informatie over dit onderwerp kun je vinden op dpreview.com
Expositie
Februari 2014. Ik doe mee met een groepsexpositie georganiseerd in het kader van de Culturele Zondag.
In verschillende groepssamenstellingen zijn we de afgelopen jaren naar Normandië afgereisd om daar op zoek te gaan naar verhalen.
Verhalen die we vastleggen met foto´s, frottages en linosnedes.
De expositie is te zien van 14 februari tot 13 maart 2014 bij Boekhandel Broekhuis in het centrum van Enschede.
Openingsspeech door Jeff Pardoen
Expositie bij Boekhandel Broekhuis
Chromatische aberratie
September 2012. Chromatische aberratie is een optische fout van de lens. Dit ontstaat doordat licht van verschillende golflengten niet in dezelfde mate wordt gebroken.
Het is te zien als rode en blauwe of rode en groene randen op onderwerpen met een hoog contrast.
Er zijn lenzen met speciaal glas die dit corrigeren. Dit soort objectieven zijn duurder dan standaard objectieven met dezelfde brandpuntsafstand.
Je kunt chromatische aberratie voorkomen door hoge contrasten te vermijden of een kleinere diafragma opening te kiezen.
In de nabewerking kun je de chromatische aberratie verminderen door, bijvoorbeeld Adobe Camera Raw, te gebruiken.
Voorbeelden van chromatische aberratie kun je vinden via google.com
Studio
Februari 2011. Omdat ik nauwelijks nog foto´s maak waarvoor ik een grote studio nodig heb en de kosten aan de Spinnerij Oosterveld te hoog zijn,
ben ik verhuisd naar de Fazantstraat. Een prima ruimte voor mijn fotocursussen, workshops en mijn dagelijkse activiteiten als fotograaf.
Studio
Statief
Januari 2011. Voor lange sluitertijden maak je gebruik van een statief. Er zijn verschillende soorten statieven.
• Tripod
Een tripod is het meest gebruikte type statief en wordt ook wel een driepootstatief genoemd.
Dit soort statieven worden gebruikt voor portret-, architectuur- en landschapsfotografie en voor het maken van foto´s met een lange sluitertijd.
Voor meer info over tripods ga naar google.com
• Monopod
Een monopod blijft niet zelfstandig staan maar heeft als voordeel dat het snel op te zetten is. Dit type statief heeft namelijk één poot.
Dit soort statieven worden voornamelijk gebruikt door sportfotografen die werken met grote, zware telelenzen.
Voor meer info over monopods ga naar google.com
• Mini statief
Ministatieven zijn klein en makkelijk mee te nemen. Dit soort statieven zijn handig voor op vakantie of als tafelstatief.
Er zijn mini statieven die beschikken over flexibele pootjes die je bijvoorbeeld om een tak van een boom kunt klemmen.
Voor meer info over mini statieven ga naar google.com
Kunstkalender
September 2010. Voor de kunstkalender van Enjoy the Crisis zijn er meerdere portretfoto´s gemaakt.
Op deze kalender worden Enschedese kunstenaars belicht die werken vanuit diverse disciplines zoals fotografie, gemengde media, schilderen en tekenen.
Debbie Voerman
Zus Stapel
Susan Pinkster
Ben Kruisdijk
FotoAcademie
December 2009. Afgelopen donderdag ben ik op uitnodiging van Han Sieveking, oprichter en directeur van de FotoAcademie,
naar Amsterdam afgereisd om te praten over het opstarten van een FotoAcademie vestiging in Enschede.
Werkveldcommissie
September 2009. Deelnemer geworden van de werkveldcommissie MBO opleiding ´beeld en media´ van het ROC van Twente.
Samen met een collega-fotograaf adviseren we het ROC van Twente bij de inrichting van het lesprogramma.
Grijskaart
Augustus 2009. Een grijskaart heeft een geijkte kleur grijs. Dit is 18% grijs wat precies tussen zwart en wit in zit.
Je gebruikt deze kaart als referentiepunt voor het bepalen van de witbalans en de juiste belichting.
In de M-stand maak je een foto met de grijskaart vol in beeld. De waarden die de camera aangeeft gebruik je bij het instellen van de belichting.
Voor meer info over grijskaarten ga je naar google.com
Flitsen
Augustus 2009. Tijdens mijn periode als professioneel fotograaf gebruikte ik aanvankelijk flitsers van het merk Metz in combinatie met een externe accu.
Later werden dit Canon flitsers omdat ik met Canon camera´s fotografeerde.
Persoonlijk flits ik liever niet dan wel omdat flitslicht al snel de sfeer kapot maakt.
Wanneer je in opdracht binnen moet fotograferen ontkom je er vaak niet aan om te flitsen.
Doorgaans hebben spiegelreflexcamera´s een ingebouwde flitser. Professionele camera´s hebben deze ingebouwde flitser niet.
Wanneer het te donker is om te fotograferen kan de camera automatisch de flitser aanzetten.
Op zich geen probleem, maar de ingebouwde flitser heeft zijn beperkingen.
Je kunt alleen direct flitsen (recht naar voren). Het bereik ligt ongeveer tussen de 2 tot 6 meter.
Dicht bij het onderwerp fotograferen, met de flitser aan, betekent dat het onderwerp als snel te licht zal worden.
Te ver weg het onderwerp fotograferen, met de flitser aan, betekent dat het onderwerp donker blijft.
Een beter resultaat met flitsen bereik je met een externe flitser / reportageflitser.
Bijna elke externe flitser heeft een draaibare kop. Met deze kop ben je niet beperkt tot rechtuit flitsen.
Een externe flitser geeft de mogelijkheid om het flitslicht een andere kant op te laten gaan. Dit noemen we indirect flitsen.
In de praktijk, als je binnen fotografeert, richt je de flitser op het plafond.
Dit geeft een mooi en zacht gespreid licht. Wil je meer licht naar voren laten komen gebruik dan een bounce card.
Een bounce card kan flitslicht naar het plafond laten gaan en op hetzelfde moment richting je onderwerp.
Handiger in de praktijk is het gebruik van een Omnibounce. Dit zijn speciale kapjes die je op de kop van een flitser drukt.
Het maakt het flitslicht diffuus waardoor de schaduwen zachter worden.
Voor meer info over een bounce card ga je naar google.com
Voor meer info over Omnibounce ga je naar google.com en
voor meer info over externe flitsers ga je naar google.com
Het is mogelijk meerdere externe flitsers gelijktijdig te gebruiken. De meeste externe flitsers hebben een ingebouwde master en slave functie.
Master is de flitser met de hoofdfunctie en kan de andere flitsers draadloos aansturen wanneer deze op de slave stand staan.
Het aansturen gaat met flitslicht of radiografisch.
Strobisten is de verzamelnaam van fotografen die externe flitsers gebruiken in plaat van studioflitsers.
Met een triggerset, bestaande uit een zender en meerdere ontvangers, is het mogelijk om op afstand de flitsers af te laten gaan.
Meestal zit de trigger / zender op de hotshoe van de camera. Verder gebruik je statieven, neigkopje / swivel en flitsparaplu´s.
Voor meer info over Strobisten ga je naar google.com
• TTL
Through The Lens (door de lens) betekent dat de camera de lichtmeting regelt.
Het voordeel om te flitsen in deze stand, is het gemak waarmee je bij veranderende lichtomstandigheden snel kunt
fotograferen zonder een aanpassing op de flitser en / of camera te maken.
• M
Wil je de volledige controle over de instellingen van de camera en flitser, zet dan de camera en flitser in de M-stand.
Wanneer je wilt beschikken over het volle vermogen van je flitser zal ook de M-stand de beste instelling zijn.
Je kunt met het aanpassen van het diafragma kleine veranderingen in de belichting krijgen.
Door de instelling op de flitser aan te passen krijg je ook een verandering in de belichting.
Bijvoorbeeld bij vol vermogen (1/1), het vermogen van de flitser te halveren (1/2).
• Niet flitsen
Wanneer het flitslicht teveel aanwezig is, haalt dit al snel de sfeer uit een foto.
Vaak is fotograferen met aanwezig / bestaand licht interessanter.
• Altijd flitsen
Er zijn fotografen die altijd flitsen voor een meer surrealistisch effect.
• Flitssynchronisatietijd
De maximale sluitertijd waarmee je kunt flitsen ligt tussen de 1/125s en de 1/250s, afhankelijk van de camera.
Flitsen met een snellere sluitertijd kan betekenen dat een gedeelte van de foto niet belicht wordt met flitslicht.
• Flits op het 1ste gordijn
De normale stand van fotograferen met de flitser.
• Flits op het 2de gordijn
Flitssynchronisatie op het tweede gordijn wil zeggen dat de flitser licht geeft net voordat het sluitergordijn dicht gaat.
Hierdoor krijg je lichtstrepen achter een bewegende lichtbron bijvoorbeeld dat van een auto met de lichten aan.
Voorbeelden van flitsen op het 2de gordijn kun je bekijken via google.com
Docentschap
Juni 2009. Bij het AOC Oost mbo-opleiding in Enschede (huidige Zone.college) doceer ik sinds kort de beginselen van beeldbewerking met Adobe Photoshop
aan leerlingen in de leeftijd van 16 tot en met 18 jaar.
Studio
September 2007. Vandaag is mijn fotostudio aan de Spinnerij Oosterveld klaar voor gebruik.
De afgelopen weken zijn de muren en de vloer geschilderd, elektra aangelegd en een keukenblok geplaatst.
In de studio kan ik mijn opdrachten fotograferen en is er veel ruimte voor fotocursussen en workshops.
Studio
Normandië
8 Juni 2005. In mijn rondgang van de ene bezienswaardigheid naar de andere, rij ik ´s morgens het dorpje Sainte-Mère-Eglise binnen.
Na een wandeling door het dorp, een bezoek aan het Musèe Airborne en een bakje koffie bij café C-47,
zie ik in een zijstraat van het kerkplein een grote touringcar staan.
Het valt me op dat deze touringcar, achter de ramen, insignes en vaandels draagt gerelateerd aan een militaire eenheid met de naam Easy Company.
Nieuwsgierig dat ik ben loop ik er naartoe. Ik zie dat de touringcar vol zit met Amerikaanse WW2 veteranen. Ongegeneerd maak ik snel een paar foto´s.
Al snel kom ik aan de praat met de chauffeur van de touringcar. Hij vertelt me dat ze op het punt staan te vertrekken richting een monument bij Beuzeville-au-Plain.
Een monument ter nagedachtenis aan de omgekomen paratroopers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn auto staat vlak bij dus ik bedenk me geen seconde.
Daar aangekomen en nadat iedereen is uitgestapt, maak ik foto´s waaronder een close portret van Don Malarkey.
Don Malarkey, Frankrijk
Polaroid
Augustus 2003. Tijdens mijn studietijd in de jaren ´80 kreeg ik les van Polaroid fotograaf David van ´t Veen.
Zijn enthousiasme heeft er destijds voor gezorgd dat ik vandaag de dag nog steeds een beetje verliefd ben op dit medium.
Gisteren heb ik een Polaroid SX-70 camera gekocht. Deze camera bezit het meest prachtige geluid wat een camera maar kan maken wanneer je op de rode knop drukt.
Elke foto, of eigenlijk Polaroid, is een origineel. Dat de Polaroids altijd een beetje onscherp zijn moet je voor lief nemen.
In 1972 kwam de Polaroid SX-70 voor het eerst op de markt.
Met een aanschafprijs van rond de 750 gulden en 20 gulden voor een pakje Polaroids, is deze camera nooit populair geweest in Nederland.
Docentschap
September 2000. Sinds vandaag ben ik docent fotografie, docent in de doka en docent Photoshop bij Concordia Kunst & Cultuur in Enschede.
Ik geef les aan zeer enthousiaste cursisten gedurende een periode van meerdere maanden tot een cursusjaar.
Lesgeven doe ik in de avonduren en op de zaterdagochtenden.
Kunstacademie
juni 2000. In 1985 ging ik voor een studie architectuur naar de kunstacademie. Een toen nog vijfjarige hbo-opleiding.
In het eerste jaar van mijn opleiding kreeg ik ook les in fotografie.
Al snel werd dit voor mij het meest interessante medium om mee te werken. Tijdens mijn verdere opleiding ontwikkelde ik een voorliefde voor portretfotografie.
Voor het afstudeerproject aan de kunstacademie maakte ik een serie portretten van 24 personen die mij in de jaren ´80 inspireerden.
De foto´s zijn gemaakt met een Nikon F3 camera en een Nikkor 50 mm f/1.4 objectief op Kodak T-max 100 en Kodak Tri-X 400 film.
Voor de eindexamenexpositie in 1990 zijn de foto´s geprint op Agfa Record Rapid barietpapier.
Van links naar rechts: Arnold Vanderlyde, Bram Vermeulen, Erwin Olaf en Teun Hocks.